4. Zwermen

4. ZWERMEN

4.1 Het natuurlijke zwermen

In de loop van het voorjaar, als de temperatuur stijgt en de plantenwereld in volle bloei raakt, groeit het bijenvolk naar het hoogtepunt van zijn bestaan, de zwermperiode. Als de imker niet ingrijpt dan kunnen we getuige zijn van het natuurlijk zwermen, dat uniek is in de natuur en prachtig om een keer te beleven. Bij de oude korfteelt liet men het volk zijn gang gaan, met het gevolg dat er in de zwermtijd dagelijks meerdere zwermen konden afkomen die moesten worden geschept. Op het platteland was dat geen bezwaar, er was altijd wel iemand om een oogje in het zeil te houden. De omgeving leverde ook geen problemen op, men had de ruimte en er was altijd wel een boom waar de zwerm in kon gaan hangen. Tegenwoordig ligt de situatie vaak heel anders, wie past er overdag op de bijen, welke buren vinden het prettig dat er een bijenzwerm in hun tuin komt. Om maar niet te spreken van de zwermen die in een spouw of schoorsteen gaan hangen. Het is dus zaak om het natuurlijk zwermen te voorkomen. Dat kan door het maken van een kunstzwerm. Maar eerst iets over het natuurlijk zwermverloop.

4.2 Zwermdrift

zwermman; een zwerm is van nature vriendelijk

Ieder bijenvolk wil zwermen, dat is de natuur. De wil om zich te vermenigvuldigen en de soort in standhouden is universeel. Zonder dat zou zo’n volk uitsterven. Er is maar één koningin in een volk en die heeft niet het eeuwige leven. Een bijenvolk vermenigvuldigt zich door te zwermen. Hier tegenin gaan werkt niet. De imker kan doppen breken wat hij wil, het volk wil en zal zwermen, soms op een alleen maar belegde dop.

4.3 Zwermtekens
Voor het bevruchten van de nieuwe koninginnen zijn darren nodig. Meestal wordt er in de loop van het voorjaar begonnen met het bouwen en beleggen van darrenraat. Tegen de zwermtijd zijn de darren dan geslachtsrijp. Het aanzetten van speeldopjes is een teken dat het volk begint te denken aan zwermen. Het wordt pas serieus als er echte koninginnecellen (moerdoppen) worden gebouwd. Deze worden onder aan de raten, aan de zijkant of in toevallige openingen gemaakt. Zodra er een klein dopje is kan die worden belegd. De hofstaat-bijen gaan dan de koningin spaarzamer voeden. Zij moet afslanken om weer te kunnen vliegen. Bij een zwerm gaat de oude koningin mee naar het nieuwe nest. De eierproductie van rond 2.000 stuks per etmaal neemt fors af De behoefte om raten te bouwen neemt ook af, de raten staan niet meer scherp, maar worden stomp. Zodra uit het eerste koninginnenei een larve komt, verandert er iets in het volk. Alle activiteiten nemen af, veel bijen op de vliegplank die ogenschijnlijk niks doen. Ze klitten op de vliegplank, trekken een baard tegen de voorkant of gaan in een trosje aan de plank hangen. De werksters worden onvriendelijker tegenover de koningin, de normale harmonie is verstoord.

4.4 De voorzwerm

Al dagen voor het zwermen gaan de bijen die weg zullen vliegen hun maag vullen met honing, als proviand voor de reis. Blijkbaar is reeds vroegtijdig uitgemaakt wie weg gaat en wie blijft. De blijvers proberen door te werken, zelfs tijdens het afkomen van een zwerm. Het startsein voor de zwerm, voorzwerm of bromzwerm, is het verzegelen van de eerste koninginnendop.

zwerm scheppen met een kieps

Als het weer goed is komt de zwerm af tussen tien en twee uur. Bij slecht weer kan het worden uitgesteld, de nieuwe koningin komt immers toch pas over een week uit haar dop. Is alles o.k. dan komt er een grote onrust over het volk en er volgt een ware exodus. De lucht vult zich met tienduizenden bijen, die in grote kringen door elkaar vliegen. Ze maken daarbij een brommend-zoemend geluid, vandaar bromzwerm. Vaak zet de zwerm zich vlakbij de stal aan een tak. Die plaats wordt soms jaren door vele zwermen gebruikt. Als de speurbijen een goede nestgelegenheid hebben gevonden dan dirigeren zij de zwerm daarheen, op tijd scheppen dus. De speurbijen gaan al dagen voor de zwerm afkomt op zoek naar een nieuw onderkomen. Oude kasten of korven zijn in trek, waarschijnlijk door de geur. Ze vormen op zich natuurlijk ook goede woonruimte. Het komt vaak voor dat een zwerm in een openstaande kast trekt. Het bewust open laten staan van een kast of korf bij andermans bijen is strafbaar (lokken van zwermen). Een normale voorzwerm omvat ongeveer de helft van het oude volk. Intussen gaat in het oude volk het leven door, zij het met veel minder bijen en zonder ei-leggende koningin. De nieuwe koninginnen verpoppen in de gesloten cel. Als ze verpopt zijn moeten ze een paar dagen rijpen voor ze het deksel van de cel doorknagen en uitlopen. De werksters weten dat een koningin rijpt, ze knagen overtollige was weg van de moerdop, ze komen echter niet aan het spinsel van de pop. De moerdop krijgt daardoor een donkere kleur. De imker kan zo rijpere en jongere doppen van elkaar onderscheiden.

4.5 Tuten en kwaken
De jonge moer die uit haar cel is gekomen gaat eerst iets eten, honing, om zich dan in het volk te begeven. Zij maakt daarbij een tutend geluid, als van de bezettoon van de telefoon. Zij wil weten of er concurrenten zijn. Die verraden zich door te antwoorden. Maar omdat zij nog in hun wascel zitten wordt dat geluid gedempt, het kwaken. Het tuten en kwaken is buiten de kast te horen. De volgende koninginnen die rijp zijn verlaten hun cellen niet, het zou een gevecht op leven en dood worden met de eerste koningin, ze blijven wachten tot de eerste koningin gaat zwermen

4.6 Nazwermen

Een nazwerm stelt minder eisen aan het weer dan een voorzwerm, ze kan vroeger en later afkomen. Ze vliegt meestal direct verder en hoger weg, misschien door de maagdelijke koningin, die goed kan vliegen en weg wil uit de buurt van andere koninginnen. Deze zwerm bestaat in hoofdzaak uit vliegbijen en een jonge, onbevruchte, koningin. Met deze zwerm gaat vaak niet alleen de tutende moer mee, maar in het gedrang lopen nog een paar kwakers uit die meevliegen. Komt er daarna nog een nieuwe moer uit dan kan die ook gaan zwermen. Soms komen er zoveel zwermen af, dat het oorspronkelijke volk zich kapot zwermt, het is helemaal afgezwermd en te klein om zelfstandig te overleven als volk. Is het weer te ongunstig of zijn de werksters het zwermen beu dan knagen ze de overgebleven moerdoppen aan de zijkant open en trekken de poppen eruit. Binnen een paar dagen zijn de doppen helemaal weg geknaagd.

4.7 De kunstzwerm

Als de imker zelf de regie wil voeren kan hij een kunstzwerm maken. Als er zwermtekenen zijn, bijvoorbeeld de eerste belegde dop, dan zoekt hij de oude koningin. Zij wordt met het raam waarop zij zit in een apart kastje gedaan, vaak een zesramer. Daar worden extra bijen bij gedaan door een paar ramen met bijen af te kloppen. Een raam met voer en een met stuifmeel horen er ook bij, verder kunstraat. Dit kastje wordt ergens anders gezet om te voorkomen dat alle vliegbijen weer terug vliegen naar de oude kast. Er zijn ook imkers die de kunstzwerm naast of boven de oude kast zetten, als reserve volk voor het geval de nieuwe koningin in het oude volk niet aan de leg komt. Als de koningin uit de kast is gehaald dan moeten alle moerdoppen worden weggehaald. Gebeurt dat niet dan is onbekend wanneer er een nieuwe koningin komt en eventueel zwermt. Worden de doppen gesneden dan zet het volk direct nieuwe doppen aan, meestal op een ééndaags larve of op een twee dagen oude larve. De imker weet dan dat op de dertiende dag na het doppen breken er een nieuwe koningin zal uitkomen. Door dan ’s avonds te controleren kan hij indien gewenst nog een paar moeren laten lopen en de rest verwijderen. Na een uur of vier ’s middags wordt er niet meer gezwermd en de nieuwe moeren zoeken elkaar op en proberen elkaar dood te steken. Er blijft er uiteindelijk maar één over en de volgende dag heeft het volk een nieuwe koningin.
Hier is een voorbeeld gegeven van hoe een kunstzwerm kan worden gemaakt. In de praktijk zijn er vele varianten. Imkers die de koningin niet kunnen vinden of dat te veel werk vinden, hebben zo hun manier om dat probleem te omzeilen, maar dat voert hier te ver om uit te leggen.

4.8 Bruidsvlucht
Nadat een jonge koningin is geaccepteerd door een zwerm of een afgezwermd volk, moet ze een bruidsvlucht maken om te paren. Een koningin is geslachtsrijp vanaf ongeveer 8 dagen. Enkele

werkster op zoek naar nectar

dagen voor de bruidsvlucht maakt ze oriëntatievluchten. Zij verkent dan de plaats van haar kast (dus in die periode niet verplaatsen) en verkent de omgeving. Zij vliegt alleen uit als het mooi weer is. Is het te lang slecht weer dan begint ze onbevruchte eieren te leggen, ze is dan darrenbroedig. Tot de 21ste dag kan ze op bruidsvlucht. Als alles goed gaat, gaat ze op bruidsvlucht. Door de geur die zij dan verspreidt (sexferomoon) trekt zij honderden darren aan, het lijkt soms net een zwerm. De koningin trekt naar een darrenverzamelplaats om te paren. De paring vindt hoog in de lucht plaats. In totaal kunnen er wel 25 – 30 darren met de koningin paren, dat kan gebeuren in een paar bruidsvluchten. Na de paring breekt het geslachtsapparaat van de dar af en hij gaat dood. Na de laatste paring vliegt de koningin terug naar de kast, met het geslachtsapparaat van de laatste dar nog in haar, het zogenaamde bevruchtingsteken. In feite is de koningin niet bevrucht, zij heeft sperma ontvangen van de darren, wat zij opslaat in haar zaadblaas (spermatheca). Als de bruidsvluchten goed zijn verlopen heeft zij genoeg sperma voor 4 – 5 jaar eieren leggen. Is de voorraad eerder op dan legt ze alleen onbevruchte eieren en daar komen alleen darren uit.

4.9 Aan de leg

Na de bruidsvlucht zou de koningin aan de leg kunnen gaan. Zij legt echter niet in een vuil nest: zij wacht tot alle broed van haar voorgangster is uitgelopen voor zij zelf eieren gaat leggen.

De imker wil graag snel weten of zijn nieuwe moer goed is, maar hij moet geduld hebben. Het duurt ongeveer 24 dagen voor het oude broed is uitgelopen, geef de nieuwe moer even de tijd om te leggen voor je stoort, en er moet al gauw een maand worden gewacht na het maken van een kunstzwerm. En volk met een nieuwe moer storen kan problemen geven. De werksters kunnen denken dat die niet leggende koningin niet goed is en haar opruimen. Jammer dan, want er is geen open broed meer om nieuwe koninginnen te krijgen. De imker moet dan ingrijpen door een andere koningin in te voeren, een raam met eitjes in hangen of de kunstzwerm met de oude koningin terug verenigen.
Gaat de koningin leggen dan inspecteert zij iedere cel voor zij een ei legt. Is de cel goed en is het een werkstercel dan laat zij een tiental spermacellen toe voor de bevruchting van dat ene ei. Belegt zij een darrencel dan vindt er geen bevruchting plaats en wordt er dus een onbevrucht ei gelegd. Darren zijn dus exacte kopieën van hun moeder.

4.10 Van ei tot bij
Uit een bevrucht ei kan zowel een werkbij als een koningin ontstaan. Het eistadium duurt 3 dagen. Dan gaat het eitje over in een larve. Eigenlijk is het een made, een pootloze larve die in haar voer zwemt. Het larven-stadium duurt 6 dagen. Tijdens dit stadium wordt de larve gevoerd. Een larve bedoelt voor koningin, krijgt veel vaker en veel geconcentreerder voer dan een larve die werkster wordt. Gedurende de 6 dagen van het larven-stadium wordt een koninginnelarve ongeveer 1600x gevoed, een werksterlarve daarentegen maar 140x. Het eerste voer van de larve bestaat uit koninginnegelei, dat geproduceerd wordt in de voedersapklieren van jonge werksters. De koninginnelarve krijgt vrijwel uitsluitend dit speciale voer. Werksterlarven krijgen er al gauw ook stuifmeel bij. Een koninginnelarve eet zich overvol, de slokdarm rekt dan op en prikkelt een hormoonklier (de corpora-allata). Deze hormonen zorgen er voor dat de larve uitgroeit tot koningin. De werksterlarven die het met heel wat minder moeten doen groeien niet uit tot koningin, hun geslachtsklieren zijn niet volgroeid en het lichaam is ook veel kleiner. In aanleg zijn deze twee types larven echter volkomen identiek. In bijzondere gevallen kan een larve die volgens larven-menu is gevoed tot ze 1,5 dag oud is nog wisselen van menu en uitgroeien tot koningin. Vindt de overschakeling later plaats dan lukt het niet meer en komt er toch een werkster.
In beide gevallen gaat na 6 dagen de larve over in pop. De cel wordt dan gesloten met een luchtdoorlatend wasdeksel. De duur van het popstadium van de koningin is 7 dagen, van een werkster 12 en van een dar 15 dagen. Een werkbij gaat direct na de geboorte aan het werk, een dar is na 12 dagen geslachtsrijp.

Ontwikkelingsschema van ei tot bij in aantal dagen:

eilarvepoptotaal
Koningin36716
Werkbij361221
Dar361524


>>> 5. Huisvesting